De
gemeente Wageningen wil in 2030 klimaatneutraal zijn. De overgang naar duurzame energie kan een substantiële bijdrage leveren aan deze ambitie.
Om aan de energievraag te kunnen voldoen, kijkt de gemeente naar zonneparken waar energieopwekking kan worden gecombineerd met andere functies, zoals voor
biodiversiteit en landbouw. In opdracht van de
gemeente Wageningen hebben studenten van Wageningen University & Research (WUR) onderzocht hoe deze multifunctionele zonneparken eruit kúnnen gaan zien.
De gemeente Wageningen en WUR werken met een Stadsagenda samen aan de grote thema’s van de toekomst, zoals de energietransitie. In heel Nederland is grootschalige energieopwekking nodig om aan de toekomstige energievraag te kunnen voldoen. Zelfs wanneer alle daken van alle gebouwen in Wageningen bedekt zijn met zonnepanelen en het energieverbruik in de komende tien jaar halveert, zijn er aanvullende maatregelen nodig om in 2030 klimaatneutraal te zijn.
Multifunctionele zonneparken
Zonneparken zijn een belangrijk component in de Wageningse energietransitie. De gemeente ontwikkelt zonneparken echter niet zelf, maar stelt voorwaarden en criteria aan de plannen van initiatiefnemers. Nu hanteert de gemeente een tijdelijk afwegingskader met algemene voorwaarden, waarin zij eisen stelt aan onder meer biodiversiteit, landschappelijke inpassing en inspraak van inwoners. De gemeente werkt momenteel aan een gebiedsvisie, de Visie Buitengebied, waarin aandacht is voor een definitief afwegingskader voor duurzame energieopwekking. De Visie Buitengebied is tot stand gekomen door een participatief traject waaraan inwoners en belangenverenigingen hebben meegewerkt en gedacht.
De gemeente wil dat de zonneparken zoveel mogelijk multifunctioneel zijn. Naast energieopwekking is er bij multifunctionele zonneparken ook ruimte voor bijvoorbeeld biodiversiteit en landbouw. De gemeente heeft zes studenten van WUR gevraagd om onderzoek te doen naar concepten voor multifunctionele zonneparken in Wageningen en de financiële constructies die daarbij passen. De studenten hebben interviews gehouden met ecologen en ontwikkelaars en een literatuurstudie gedaan naar bestaande multifunctionele zonneparken verspreid over Nederland. Ook hebben ze financiële modelberekeningen gemaakt voor varianten van multifunctionele zonneparken.
Ruime opzet
Zij zagen dat bij de negen onderzochte zonneparken, een extensieve opzet met meer ruimte tussen de zonnepanelen voordelen voor de
natuur kan opleveren ten opzichte van de ‘traditionele’ zonneparken. Dit is financieel haalbaar door lage of zelfs afwezige grondkosten of er is sprake van aanvullende subsidies. Soms kan ook een beperkte invoercapaciteit op het elektriciteitsnet het aantal zonnepanelen beperken, terwijl er ruimte is voor meer.
Bij gemeenten en initiatiefnemers blijkt weinig bekend over de ecologische criteria. Het advies is dan ook om aanvullende ecologische voorwaarden te stellen aan initiatieven om de biodiversiteit te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan het inzaaien van een inheems kruidenrijk grasmengsel of het toegankelijk maken van het hekwerk voor klein wild. Daarnaast is het van belang dat initiatiefnemers een biodiversiteitsplan opstellen met aandacht voor natuurdoelen, ecologische inrichting en beheer. Ook kan er een maximumgrens gesteld worden aan de bedekkingsgraad van zonnepanelen.
Visie Buitengebied
De adviezen sluiten aan bij de wens van inwoners en natuur- en landschapsorganisaties om bij de ontwikkeling van zonneparken de natuur en bodem zoveel mogelijk te ontzien en de biodiversiteit te bevorderen. De studie levert dan ook een waardevolle bijdrage aan de Visie Buitengebied, waarvan een eerste concept binnenkort wordt gepresenteerd aan de Wageningse gemeenteraad. Daarin worden ecologische eisen gesteld aan het inrichtingsplan van zonneparken, zoals de toepassing van hagen, om te voorkomen dat zonneparken een industrieel aangezicht krijgen in het landschap, en om meerwaarde te creëren voor flora en fauna.
Lees ook: