Gebruikers van sociale media moeten ophouden nabestaanden en slachtoffers van misdrijven, rampen en ongevallen te kwetsen met nare opmerkingen.
Die oproep doet Slachtofferhulp Nederland in de campagne #socialslachtoffer die donderdag is begonnen.
Eerst nadenken
Harde cijfers over het online lastigvallen van slachtoffers heeft
Slachtofferhulp Nederlandniet, maar medewerkers krijgen steeds vaker vragen over vervelende ervaringen op sociale media, zegt bestuursvoorzitter Rosa Jansen. ,,Mensen zouden voortaan eerst na moeten denken en zich inleven in het slachtoffer voordat ze een reactie op social media plaatsen.”
Door de snelheid van bijvoorbeeld Twitter en
Facebook kunnen hatelijke opmerkingen een groot bereik hebben, terwijl de verspreiders vaak anoniem blijven. Het is meestal onmogelijk vervelende opmerkingen te verwijderen, terwijl ze wel heel pijnlijk zijn, zegt Slachtofferhulp, en de verwerking van een ongeval of verlies moeilijker kunnen maken.
Broer verongelukt
Op verschillende plaatsen waren donderdag ontbijtsessies waar de deelnemers praten over het thema. In Utrecht zijn burgemeester Jan van Zanen en minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) aanwezig bij het ontbijt, evenals Jacob Sesselaar, die het gezicht van de campagne is.
Hij kreeg naar eigen zeggen te maken met afschuwelijke posts over zijn broer die vorig jaar verongelukte nadat hij achter het stuur in slaap was gevallen. ,,Dat het Jan-Willems eigen schuld was, dat hij gedronken zou hebben, dat hij te hard gereden zou hebben. Allemaal niet waar, het was een noodlottig ongeval waarbij Jan-Willems vermoeidheid hem fataal is geworden.”
Sesselaar doet zijn verhaal in een filmpje dat Slachtofferhulp tijdens de campagne verspreidt op sociale media.